Selecteer de taal

Tegen 04.00 werd Waalhaven aangevallen door twee Duitse bommenwerpers. Luitenant Kreft sloeg alarm en kapitein Scholtmeijer gaf bevel te starten. In ongeveer een kwartier vertrokken acht G-1's. De lotgevallen van drie van deze G-1's worden nu behandeld in volgorde van de start.

311 Sergeant Holwerda en sergeant de Vos hadden nog de harnachementen voor hun parachutes opgehaald. Ze holden terug naar hun toestellen toen weer een luchtaanval werd ingezet. Holwerda rende door, terwijl De Vos bij de 334 bleef, en daar sneuvelde. Holwerda was nog niet geheel binnen in de 311, toen lt. Sonderman al wegtaxiede. Deze schoot direct na de start al een Ju 52 neer, maar kreeg ook Bf 109's op de staart, waarvan een de radio kapot schoot. Sonderman schoot deze en een andere Bf 109 neer, maar kreeg gebrek aan munitie. Hij vloog nu naar het westen, korte tijd in formatie met de 328 en de 319. Toen zag hij opeens een He 111 en dook daar direct op. De vlieger van deze He 111, die al doorzeefd was door luitenant Noomen, had juist bij Rockanje een noodlandingsterrein ontdekt. Tijdens het inzetten van de (buik)landing kreeg hij nog een salvo van Sonderman. Diens munitie was nu vrijwel op en hij landde op het strand van Oostvoorne. De genoodlande He 111 was 5J+DA van Stab/KG4 met aan boord Oberst Fiebig, de Geschwaderkommandeur. De bemanning werd krijgsgevangen gemaakt. De door Noomen's aanval zwaar gewonde rugschutter was inmiddels overleden.

329 Luitenant Woudenberg startte vlak na Sonderman. Hij schoot een Ju 87 en een Ju 52 neer en kwam daarna in gevecht met Bf 110's. Vervolgens ontmoette hij de 328, die met de wielen uit vloog. Op weg naar Haamstede zag hij twee G-1's bij Oostvoorne en besloot daar ook te landen.

 328 Daar zijn schutter, sergeant de Man, zoek was besloot sergeant Souffrée tenslotte maar alleen op te stijgen. Souffrée beschadigde enkele He 111's, waarvan 5J+KN van 5./KG4 een noodlanding maakte. Hij schoot vervolgens een Bf 109 neer. Daarna ontmoette hij de 329, waarin luitenant Woudenberg met gebaren duidelijk maakte dat Souffrée's wielen uit waren. Even later verschenen de 311 en 319. De drie G-1's vlogen enige tijd in formatie. De anderen draaiden af en toen Souffrée Oostvoorne naderde, zag hij daar een G-1 op het strand staan en waagde de landing. Het landingsgestel bleek nog in orde.

De vliegers te Oostvoorne besloten daar te blijven en camoufleerden hun G-1's met zeilen afkomstig van badhokjes. Ze meldden zich bij de commandant van het eiland en bij de Jachtgroep. Daar werd de bevoorrading geregeld en de volgende morgen bracht wachtmeester Wildschut van IV 2 LvR te Haamstede met Fokker C.5 618 blikken benzine en een startslinger. Tijdens de start was ieder vergeten deze mee te nemen. Déze slinger moest echter eerst door een smid pasklaar worden gemaakt. Intussen was kapitein P. J. de Broekert, als verbindingsofficier op weg naar Parijs op het eiland gestrand. Hij ontmoette de vliegers en nam luitenant Sonderman met zich mee. Deze keerde echter vanuit Brussel naar Nederland terug.

Een bijdrage dhr. F. Gerdessen
mede-auteur van het Fokker G-1 boek